Repeat – 10 uitspraken voor een Robot in huis – deel 2

Een poosje geleden is Laura begonnen met een robot in huis te programmeren. Niet echt natuurlijk, maar het zou zomaar kunnen. Je betrapt jezelf er steeds weer op dat je constant dezelfde dingen tegen de kinderen zegt.

Vandaag programmeer ik (Marija) mijn nieuwe robot in huis. Want een robot zou het bij ons in huis ook best goed doen. Hoe vaak ik niet hetzelfde tegen mijn kinderen zeg! Het moet toch een keer bij ze binnen komen?

1. Ruim je speelgoed op.
   Als je klaar bent met spelen loop je er niet van weg, maar ruim je het op. Het lijkt wel of kinderen het speelgoed ook niet zien liggen. Ze lopen er zo omheen of langs. Geen vezel in hen denkt spontaan: “Hé, laat ik dat eens even opruimen!”
2. Niet met je handen eten.
   Serieus, hoe lang doen kinderen dat? Toen ze 2 en 3 waren vond ik het nog oké dat ze het hun handen aten, maar ze zijn nu 5 en 6. Eet toch met je bestek! Best handig zo’n mes en vork.
3. De vloer is geen wasmand.
   De wasmand staat trouwens niet in het hoekje van jouw kamer. Het staat in de badkamer. En by the way, je mag het er ín gooien en niet ernáást.
4. Haal je broodtrommels uit je tas als je thuiskomt uit school. 
   Als je dit niet zegt, zit het de volgende ochtend er nog in. Handig als je ’s ochtends haast hebt en erachter komt dat er geen schone broodtrommels zijn.
5. Zeg dank je wel als je wat krijgt.
   “Ik hoor niks!” zeg ik vaak bij de bakker als ze wat lekkers krijgen maar vergeten ‘dank u wel’ te zeggen. Misschien leren ze het wel als ik een keer hun versnapering van ze afpak. Learn the hard way, zeg maar.
6. Geen speelgoed aan tafel.
   Thijs is een soort verzamelaar en heeft het liefst een heleboel kleine speeltjes om zich heen. Die hij overal mee door het huis heen zeult. En dus ook het liefst bij hem aan tafel zijn. Niet handig!
7. Niet praten tijdens het tandenpoetsen. 
   Hoe vaak ik spetters tandpasta op mijn kleren heb gehad…..
8. Kon je de kapstok niet vinden?
   Jassen worden bij binnenkomst onder de kapstok gesmeten. Logisch, want dan ben je sneller in de woonkamer en kan je eerder spelen. Maar helaas, mama hangt niet elke dag je jas voor je op. Ik gooi dan alle jassen die ik op de grond vind in de woonkamer en dan mogen ze het nog een keer proberen.
9. Als je bij iemand speelt, mag je niet om eten vragen.
   Ik vind het heel vervelend dat mijn kids de godganse dag om eten kunnen vragen (het is inmiddels al behoorlijk afgeleerd), maar je hoopt natuurlijk dat ze zich bij anderen nog beter gedragen. Bij elke speeldate kan ik het niet laten om het even tegen ze te zeggen. En dan natuurlijk ook dank je wel zeggen als je wel wat krijgt.
10. Deur dicht! We stoken niet voor het hele Westland!
    Dit is een uitspraak die iedereen hier in mijn woonomgeving zegt. Dat ga je dan automatisch een keer overnemen. Er zit hier toch een kern van waarheid in…

Herkennen jullie hier een aantal uitspraken? Het gaat toch ook in elk huishouden hetzelfde. Wat is de meest voorkomende uitspraak bij jullie thuis?

---

 

Check hier de uitspraken die Laura altijd zegt in huis.

We maken regelmatig lijstjes met dingen die we grappig vinden, of met dingen om te doen.

Heb je bijvoorbeeld al gezien waar ik me zo aan irriteer? Of bijvoorbeeld de voordelen van ouder worden?

Hier het lijstje met dingen die vroeger heel normaal waren toen je nog geen moeder was.